Risico's
Een risico is een onzekere gebeurtenis die het behalen van afgesproken doel(en) en resultaten kan belemmeren of vertragen. Dit zijn naast financiële ook niet-financiële risico’s, zoals bestuurlijke en juridische risico’s, imago- en frauderisico’s. Deze hebben niet (altijd) direct een financiële impact, maar kunnen (op termijn) wel grote gevolgen hebben voor de gemeente.
Niet alle risico’s zijn relevant voor het weerstandsvermogen. Bijvoorbeeld omdat we ze verzekerden of omdat we een voorziening troffen. Wij brengen de belangrijkste risico’s in beeld waarvoor geen beheersmaatregelen zijn genomen of die anderszins niet zijn, of kunnen worden afgedekt.
Risico's na jaarrekening 2024
Wij monitoren continu onze risico's. Naar aanleiding hiervan pasten we sinds de jaarrekening 2024 de risicoanalyse aan. Ook sloten we risicodossiers.
Sociaal Domein
Risico: toenemende financiële druk
Gemeenten staan voor toenemende financiële druk in het sociaal domein. Dit geldt zowel op Jeugd, Wmo als Participatiewet.
Jeugdhulp
Ten aanzien van de jeugdhulp vraagt de uitvoering van de Hervormingsagenda jeugd om investeringen in Stevige lokale teams en voorzieningen. De effecten verwachten we pas op langere termijn. Voor de jaren 2025-2027 zegde het Rijk compensatie toe voor de tekorten, maar voor 2028 e.v. is dit nog onzeker. In de begroting maakten we vanaf 2028 de financiële gevolgen van de hervormingsagenda zichtbaar.
Ook zijn we bij de jeugdhulp gebonden aan (verplichte) kostprijsonderzoeken. Deze onderzoeken kunnen leiden tot hogere tarieven. Daarnaast geldt dat de kosten bepaald worden door de vraag, hoe groter en hoe complexer de zorgvraag, hoe hoger de kosten zijn.
Het risico bestaat dus uit een optelsom:
- de compensatie vanuit het Rijk voor de tekorten blijft achter;
- de financiële effecten van de Hervormingsagenda blijven achter;
- kostprijsonderzoeken leiden tot hogere tarieven dan begroot;
- de zorgvraag blijft stijgen.
Wmo
Bij de Wmo leidt vergrijzing tot een stijgende en complexere vraag naar Wmo-voorzieningen.
Daarnaast is er ook bij de Wmo het uitvoeren van kostprijsonderzoek verplicht dat kan leiden tot hogere tarieven.
Een rem op de zorgvraag is het invoeren van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage, maar de invoering is uitgesteld tot 1 januari 2027 en het wetsvoorstel is bovendien controversieel verklaard.
Participatiewet
Tenslotte treedt per 1 januari 2026 de nieuwe Participatiewet in werking. Deze wet heeft tot doel de bestaande Participatiewet beter te laten aansluiten op de leefwereld van mensen (‘Participatiewet in balans’). De uitvoering van deze wet gaat ook gepaard met financiële risico’s.
Gemeentefonds
Risico: onzekerheid ten aanzien van lange termijn uitkeringen uit het gemeentefonds
De uitkeringen uit het gemeentefonds vormen onze belangrijkste inkomstenbron. Deze staat onder druk door onzekerheden in de verdeling en taakmutaties. In de Meicirculaire 2025 is sprake van correcties op eerdere taakmutaties, onder andere rond de Hervormingsagenda Jeugd. Dit leidt tot aangepaste uitkeringsfactoren vanaf 2027. Daarnaast zijn de groeifactoren in de verdeelmodellen gebaseerd op landelijke gemiddelden. Deze kunnen afwijken van onze lokale realiteit. Dit vergroot het risico op onvoldoende compensatie voor lokale opgaven, met name in het sociaal domein. Ook toekomstige herzieningen van het verdeelstelsel kunnen leiden tot onvoorziene financiële effecten.
Invoering Omgevingswet en Wkb
Risico: mogelijke nadeelcompensatie en schadeclaims
Het risico bestaat dat we geconfronteerd worden met onverwachte en mogelijk hoge schadeclaims als gevolg van onrechtmatig handelen onder de Omgevingswet en Wkb. Hierbij is het onduidelijk in welke mate de reikwijdte van nadeelcompensatie en beleidskeuzes onze financiële en juridische kwetsbaarheid vergroot.
Schadeclaims
Risico: het risico dat openstaande schadeclaims leiden tot onverwachte financiële lasten, juridische complicaties en reputatieschade voor de gemeente.
Openstaande schadeclaims kunnen mogelijk leiden tot financiële lasten, afhankelijk van de uitkomst van de beoordeling of juridische procedure. Daarnaast kunnen langdurige afhandelingstrajecten zorgen voor administratieve druk en juridische complexiteit. Hoewel niet elke claim tot schadevergoeding leidt, is het van belang om deze tijdig en zorgvuldig te monitoren om eventuele reputatie- of vertrouwensrisico’s richting betrokken partijen te beperken. Waar relevant nemen wij een voorziening op voor openstaande claims. In dat geval kennen wij in de risicoparagraaf geen bedrag meer toe aan een dergelijke claim.
Verbonden partijen
Risico: hogere bijdragen aan verbonden partijen door nieuw beleid, beleidswijzigingen of doorbelasting van hoger dan verwachte kosten door inflatie.
De bijdragen aan gemeenschappelijke regelingen zoals Aan-Z, Dethon, CVV, GGD, RUD, VRZ, OLAZ en Sabewa zijn onderhevig aan indexering volgens de VZG-richtlijn (voorlopig is deze voor 2026 bepaald op -2,2%). Als het nodig is wordt deze geactualiseerd bij de septembercirculaire. Het ravijnjaar is uitgesteld van 2026 naar 2028. De inschatting is dat de bezuinigingsrichtlijn ook voor gemeenschappelijke regelingen vervalt.
De hoogte van de geactualiseerde VZG-richtlijn is in het najaar bekend. Daarnaast vragen sommige regelingen incidenteel om extra bijdragen voor uitbreiding van taken. Vaak buiten het reguliere begrotingsproces om. Dit maakt de financiële voorspelbaarheid beperkt. Gezien deze onzekerheden en onze ervaringen uit het verleden ramen we het risico op een aanvullende bijdrage op 2% van het begrotingssaldo. Voor 2026 bedraagt dit afgerond € 750.000. Hiervoor hebben we een stelpost indexeringen in de begroting opgenomen. Voor de overige risico's nemen we een bedrag van € 2.000.000 op.
Informatiebeveiliging / bedrijfscontinuïteit
Risico: verstoring gemeentelijke dienstverlening
Het risico bestaat dat cyberaanvallen de gemeentelijke dienstverlening ernstig verstoren. Dit kan leiden tot uitval van systemen, verlies van gegevens en maatschappelijke ontwrichting.
We voerden in januari 2025 een cyber risico inventarisatie uit, begeleid door een professionele partij (AON). Zij berekenden de mogelijke impact van 2 scenario’s (cyberaanval en datalek). Op basis hiervan schatte AON de maximale impact in op € 4.100.000 in het geval van een datalek. Om die reden namen we € 4,1 miljoen op in ons weerstandsvermogen in de jaarrekening 2024. We verwachten in 2025 een verzekering af te sluiten voor een deel van deze € 4,1 miljoen (tbv incident response). Met deze beheersmaatregel zal het risicobedrag in ieder geval dalen naar maximaal € 3,5 miljoen.
Capaciteit uitvoering werkzaamheden
Risico: onderuitputting van middelen
Net zoals ergens anders kampt ook onze gemeente met de gevolgen van de krappe arbeidsmarkt. Hierdoor beschikken we bij sommige programma’s wel over budget, maar ontbreekt het aan voldoende uitvoeringscapaciteit om onze taken uit te voeren. Dit vormt een risico op onderuitputting van middelen. Dit betekent dat beschikbare middelen mogelijk niet tijdig worden benut, waardoor beleidsdoelen vertragen en financiële of bestuurlijke kansen verloren gaan.
Naast financiële impact heeft het niet uitvoeren van taken ook een maatschappelijke impact. Deze is niet altijd in euro’s uit te drukken, maar heeft wel gevolgen voor de beleving van onze brede welvaart.
Projectrisico's Campus Terneuzen/ Integraal huisvestingsplan onderwijsvoorzieningen
Risico: risico’s die we niet voorzien en de standaard voorziening van 10% in het projectbudget overschrijden.
Voor mogelijke projectrisico’s in relatie tot Campus Terneuzen nemen wij geen bedrag op voor de berekening van ons weerstandsvermogen. Omdat hier regelmatig vragen over gesteld worden leggen we uit waarom. Voor elk project nemen wij een post onvoorzien van 10% op. Deze post gebruiken we om onvoorziene omstandigheden op te vangen. Het grootste risico voor (ver)nieuwbouw of renovatieprojecten voor de komende jaren is de netcongestie. Per project uit het IHP 2024-2028 nemen we daarom een frictiebudget op van € 300.000. Aan dit bedrag ligt geen raming ten grondslag, maar dit is gebaseerd op ervaringen uit het land. Een tweede risico bij onderwijshuisvesting zien wij in het betrekken van de buitenruimte en de vergroening in het onderwijs. Dit gaat verder dan een sober en doelmatig schoolplein waar we de ramingen op maken. Hiervoor nemen we een extra post op van 10% van de bouwkosten.
We starten elk project met een vooronderzoek. Hierin bepalen wij ook de projectspecifieke kosten. Onderdeel van dit vooronderzoek is een risicoanalyse. De uitkomsten van deze risicoanalyse worden verwerkt in de project specifieke kosten. Een dergelijke risicoanalyse is niet eenmalig. Voor grote projecten als Campus Terneuzen vindt minimaal 1x per kwartaal een risico-overleg plaats, waarin de status van de geïdentificeerde risico’s steeds opnieuw beoordeeld wordt. Dit betekent dat we voortdurend vinger aan de pols houden waar het mogelijke risico’s betreft ten aanzien van Campus Terneuzen. Op basis hiervan beoordelen we regelmatig in welke mate de project specifieke kosten hierop afgestemd zijn.
Netcongestie
Risico: vertraging in ontwikkeling van projecten en betrouwbare energielevering. Invloed op klimaatdoelstellingen.
Netcongestie is een steeds belangrijker risico voor onze gemeente. Dit kan verschillende risico’s en gevolgen hebben:
- Vertraging in duurzame energieprojecten
- Belemmering van woningbouw en ontwikkeling van projecten
- Stroomstoringen en onbetrouwbare energielevering
- Financiële kosten vanwege benodigde versterkingen van de infrastructuur of investeringen in noodoplossingen (zoals batterijen of noodaggregaten)
- Aantasting van economische ontwikkeling
- Invloed op klimaatdoelstellingen
Het is nu nog niet mogelijk om het risico van netcongestie betrouwbaar door te vertalen naar de mogelijke financiële impact voor de gemeente Terneuzen. Dit komt door de vele onzekerheden die dit risico omringen. Voor de projecten die opgenomen zijn in het integraal huisvestingsplan onderwijshuisvesting 2024-2028 (De regenboog, De Springplank, Aangeenbrug, Axel (2x), De Vlaswiek, De Torenberg, De Twijn) wordt wel al een stelpost opgenomen (per project) van € 300.000 voor de risico’s ten aanzien van netcongestie. Deze stelpost zit dus al in de projectbegrotingen die te maken krijgen met netcongestie. Aan dit bedrag ligt geen raming ten grondslag, we baseren dit op ervaringen uit het land. Te zijner tijd zal moeten blijken of dit budget toereikend is. Daarnaast zullen we onderzoeken of en zo ja welke maatregelen mogelijk zijn om dit risico te beheersen.
Voor de overige risico's nemen wij een totaalpost op van € 250.000. Hier is ook geen raming voor opgesteld. Dit budget lijkt voldoende om de overige bedrijfseconomische ontwikkelingen te compenseren voor extra kosten in verband met netcongestie.
PFAS vervuiling
Risico: het risico dat onbekende PFAS-vervuiling leidt tot vertraging of stillegging van projecten, onverwachte saneringskosten en juridische aansprakelijkheid, doordat de gemeente haar zorgplicht mogelijk niet kan nakomen.
In Zeeuws-Vlaanderen zijn er zorgen over PFAS-vervuiling, vooral in gebieden met industriële activiteiten of waar PFAS-houdend blusschuim is gebruikt. Het is belangrijk om proactief te zijn in het identificeren en aanpakken van mogelijke PFAS-vervuiling om toekomstige kosten en gezondheidsrisico's te beperken. Zolang we geen concrete aanpak hebben op dit dossier schatten wij dit risico in op € 2,5 miljoen.
