Algemeen

Samenvatting

De Provincie Zeeland heeft in het nieuwe Gemeenschappelijk Toezichtkader (GTK) voorschriften gegeven voor het in beeld brengen van het al dan niet reëel structureel in evenwicht zijn van de begroting. Onderstaand geven wij dit inzicht.

Baten en lasten (x € 1.000)

Begroting

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Lasten

232.816

243.680

249.321

253.943

259.042

263.303

Baten

284.615

252.129

255.641

254.880

248.838

255.515

Saldo van baten en lasten

51.799

8.449

6.320

937

-10.204

-7.788

Toevoegingen aan reserves

53.070

17.894

8.471

7.839

4.582

5.370

Onttrekkingen aan reserves

9.840

14.445

3.761

4.000

3.141

3.612

Mutatie reserves

-43.230

-3.449

-4.710

-3.839

-1.441

-1.758

Resultaat

8.569

5.000

1.610

-2.902

-11.645

-9.546

Incidentele lasten

8.411

18.397

7.822

5.748

2.438

2.372

Incidentele baten

49.302

16.451

12.068

9.944

4.382

5.170

Saldo incidentele baten en lasten

40.891

-1.946

4.246

4.196

1.944

2.798

Toevoegingen aan reserves incidenteel

48.832

17.130

8.271

7.639

4.382

5.170

Onttrekkingen aan reserves incidenteel

9.539

14.047

3.296

3.143

2.363

2.348

Mutaties reserves incidenteel

-39.293

-3.083

-4.975

-4.496

-2.019

-2.822

Resultaat incidenteel

1.598

-5.029

-729

-300

-75

-24

Structureel resultaat

6.971

10.029

2.339

-2.602

-11.570

-9.522

In de jaren 2027 tot en met 2029 hebben we geen sluitende meerjarenbegroting
Uit het bovenstaande overzicht blijkt dat we in de jaren 2027 tot en met 2029 geen sluitende meerjarenbegroting hebben. Het begrotingssaldo is in deze jaren negatief. Dit komt door de hogere kosten die we hebben opgenomen in de kaderbrief voor onder andere de jeugdhulp en de Wmo Huishoudelijke Hulp en Begeleiding en de begroting. Plannen van aanpak hiervoor zijn in de maak. Daarnaast ontvangen we minder rijksmiddelen vanaf 2028. Het zogenoemde ‘ravijnjaar’ is verschoven van 2026 naar 2028. Door de eerder genoemde posten voor de jeugdhulp en Wmo zien we dat het negatieve saldo al van toepassing is op onze gemeente vanaf 2027.

Dit doet ze op basis van het wettelijke criterium van structureel en reëel evenwicht. Dit betekent dat de begroting 2026 of de meerjarenraming, uiterlijk in 2029, structureel en reëel moet sluiten. Naast het structureel en reëel evenwicht moet de begroting ook formeel in evenwicht zijn. Dit houdt in dat alle lasten gedekt zijn door baten.

Het financieel toezicht van de Provincie Zeeland geeft aan dat indien het jaar 2026 sluitend is en de jaren erna niet er sprake is van repressief toezicht. Hieraan voldoet deze begroting

Voor de jaarschijf 2025 verwerkten we in bovenstaand overzicht twee mutaties
Dit zijn mutaties uit de 7e perioderapportage die betrekking hebben op de stand van de reserves en het resultaat. We hebben de overheveling verwerkt van de bestemmingsreserve jeugd naar de algemene reserve voor een bedrag van € 6.800.000. Hierdoor vervalt ook de onttrekking uit de reserve jeugd voor een bedrag van € 1.700.000. Dit komt ten laste van het begrotingsresultaat. Daarnaast zien we dat de inzet van 75% van ons aandeel van € 100 miljoen dividenduitkering als structureel dekkingsmiddel in de begroting niet nodig is. We voegen dit gedeelte voor een bedrag van € 5.518.000 toe aan de algemene reserve.

Algemene financiële positie, financieel toezicht en vervolg
Aangezien we geen sluitende meerjarenraming hebben is het aan te bevelen om het komende jaar te gebruiken om maatregelen voor te bereiden die bijdragen aan het verbeteren van de financiële positie. Bijvoorbeeld door ombuigingen/bezuinigingen of het realiseren van hogere inkomsten. Bij de begroting 2027 moet de 1e jaarschijf (2027) sluitend zijn om niet onder preventief toezicht te komen.

Toelichting op de surplusregeling en de (strikte) voorwaarden die hiervoor gelden
De surplus regeling is een financieel technische mogelijkheid om structurele tekorten te dekken. Hieronder lichten wij de surplus regeling en (strikte) voorwaarden die erop van toepassing zijn nader toe. In het Gemeenschappelijk financieel toezichtkader (GTK) zijn voorwaarden opgenomen om geld uit de algemene reserve te gebruiken als structureel dekkingsmiddel voor de exploitatie ter dekking van de tekorten van het begrotingsresultaat. Hierbij is van belang dat dit geld niet nodig is om risico’s af te dekken. Om van deze mogelijkheid gebruik te maken is het vereist dat we aantonen welk deel van de algemene reserve vrij inzetbaar is door het toepassen van risicomanagement bepalen we welk deel van de algemene reserve vrij inzetbaar is. Het GTK geeft aan
dat de surplus regeling geen ‘reddingsboei’ is om de (meerjaren)begroting structureel in evenwicht te brengen.
De exacte hoogte van de mogelijke inzet bij de gemeente Terneuzen moeten we nog bepalen. We schatten dit in rond de € 5 miljoen.

Deze pagina is gebouwd op 11/18/2025 09:20:07 met de export van 11/18/2025 08:27:02